EU versterkt de bescherming van klokkenluiders

Author info

Recente studies* tonen aan dat werknemers, wanneer zij in de arbeidscontext geconfronteerd worden met wantoestanden die het algemeen belang kunnen schaden, zelden overgaan tot melding van zulke toestanden. Nochtans spelen klokkenluiders vaak een cruciale rol bij het onthullen van belastingontduikingsschandalen, zoals Luxleaks en Panama Papers, of bij het blootleggen van grootschalige misbruiken van persoonsgegevens, zoals in het geval van Cambridge Analytica.

De vrees voor een onmiddellijk ontslag, reputatieschade, financiële gevolgen of andere vormen van persoonlijke vergelding heeft een ‘chilling effect’ op het alarmeren van onregelmatigheden door klokkenluiders. Om efficiënte opsporing, onderzoek en vervolging van onrechtmatige activiteiten binnen organisaties te garanderen, is bijgevolg vereist dat zij doeltreffend beschermd worden tegen wraakacties.

Hoewel een tiental EU-lidstaten reeds beschikken over wetgeving ter bescherming van klokkenluiders, blijft de regelgeving in de meerderheid van de lidstaten beperkt tot enkele sectoren, zodat het beschermingskader op EU-niveau erg gefragmenteerd is. 

EC richtlijn voor bescherming van klokkenluiders

Daarom publiceerde de Europese Commissie in 2018 een ‘Voorstel voor een richtlijn inzake de bescherming van personen die inbreuken op het Unierecht melden’, dat op 17 april 2019 goedgekeurd werd door het Europees Parlement.

De richtlijn heeft als doel een gemeenschappelijke minimum standaard voor de bescherming van klokkenluiders** te creëren, die hen de hand boven het hoofd houdt wanneer zij inbreuken door ondernemingen en overheden tegen EU-regelgeving omtrent overheidsopdrachten, productveiligheid, milieubescherming, volksgezondheid, consumenten- bescherming, voedselveiligheid… aan het licht brengen. Na formele goedkeuring door de EU-ministers, zullen lidstaten twee jaar de tijd hebben om de regels in hun nationale recht om te zetten. 

Concreet versterkt de voorgestelde richtlijn de bescherming van klokkenluiders op vijf niveaus: 

1. Duidelijke en vertrouwelijke rapporteringskanalen 

Het voorstel van richtlijn gaat uit van een drieledig rapporteringssysteem, waarbij klokkenluiders die een wantoestand wensen te melden...:

  1. zich in eerste instantie kunnen richten tot een intern rapporteringskanaal binnen de onderneming of organisatie,
  2. vervolgens beroep kunnen doen op een extern rapporteringskanaal bij de bevoegde nationale (of EU) autoriteiten
  3. en zich tot slot, als ultimum remedium, kunnen wenden tot een bekendmaking rechtstreeks aan het brede publiek, via sociale media, de pers, burgerorganisaties, etc.

Dit rapporteringssysteem brengt verplichtingen met zich mee voor ondernemingen en overheden. Zo moeten private ondernemingen met meer dan 50 werknemers, evenals overheden (en overheidsbedrijven) interne rapporteringskanalen opzetten voor het melden van onregelmatigheden. Zij moeten bovendien een onpartijdige verantwoordelijke aanstellen (intern of extern) die de meldingen ontvangt en duidelijke en toegankelijke informatie geeft over de voorwaarden en procedures voor melding bij de externe bevoegde autoriteiten. Verder moet ook de vertrouwelijkheid van de identiteit van de klokkenluider en andere personen die genoemd worden bij de melding, steeds gegarandeerd worden. 

Daarnaast moeten lidstaten ook zelf onafhankelijke autoriteiten aanwijzen die bevoegd zijn voor het ontvangen van inbreukmeldingen en het eventuele doorzenden aan de bevoegde EU-instellingen. Deze externe rapporteringskanalen moeten gebruikersvriendelijk zijn, losstaan van de normale publieke klachtenprocedures en beschikken over eigen, professioneel opgeleid personeel. Opnieuw moet begrijpelijke info over de bescherming van klokkenluiders op toegankelijke wijze ter beschikking worden gesteld.  

2. Follow-up en feedback-verplichtingen voor ondernemingen, overheden en autoriteiten 

Zowel ondernemingen, overheden als de bevoegde autoriteiten worden door de voorgestelde richtlijn onderworpen aan een follow-up en feedback-verplichting, die inhoudt dat zij meldingen van klokkenluiders moeten opvolgen en beantwoorden met gepaste feedback binnen de 3 maanden na de ontvangstbevestiging. 

3. Voorkoming van en bescherming tegen vergelding 

Het voorstel van richtlijn verplicht lidstaten om elke vorm van vergelding ten aanzien van klokkenluiders te verbieden en doeltreffende, maar proportionele straffen te implementeren die iedere wraakactie ontraden. In deze context voorziet de voorgestelde richtlijn tevens in verschillende ondersteunende maatregelen voor klokkenluiders.

Zo moeten lidstaten ervoor zorgen dat klokkenluiders toegang hebben tot gratis informatie en advies over de beschikbare procedures en rechtsmiddelen, maar kunnen zij eveneens financiële of psychologische ondersteuning bieden. Verder moeten klokkenluiders zich kunnen beroepen op gepaste remedies tegen vergelding, zoals voorlopige maatregelen die een ontslag tijdens een gerechtelijke procedure verhinderen en de omkering van de bewijslast tijdens de procedure. Ook mogen klokkenluiders niet blootgesteld worden aan aansprakelijkheid voor de kritiek op de onderneming of overheid, zelfs wanneer een overeenkomst het openbaar maken van dergelijke informatie over de onderneming of overheid verbiedt. Tot slot zullen klokkenluiders zich ook kunnen beroepen op de richtlijn wanneer zij buiten de arbeidscontext worden aangesproken door de onderneming, bijvoorbeeld omwille van laster en eerroof of schending van een geheimhoudingsplicht.

4. Waarborgen tegen onterechte meldingen en ongerechtvaardigde reputatieschade

Naast de bescherming van klokkenluiders, biedt de voorgestelde richtlijn eveneens bescherming tegen onrechtmatige beschuldigingen van inbreuken op het EU-recht. Zo geldt voor personen die ervan beschuldigd worden een inbreuk te hebben begaan nog steeds het vermoeden van onschuld, het recht op een daadwerkelijk rechtsmiddel, het recht op een eerlijk proces en de rechten van verdediging. Bovendien moeten lidstaten ook effectieve en proportionele straffen in het leven roepen om klokkenluiders die kwaadwillige of onrechtmatige meldingen doen, terecht te wijzen.     

5. Bewustmakingsverplichting voor lidstaten

Tot slot verplicht het voorstel van richtlijn lidstaten om bij te dragen aan de bewustwording van de klokkenluidersbescherming, door op de website van centrale overheden een afzonderlijke sectie te voorzien met allerlei informatie over de bescherming van klokkenluiders, zoals de beschermingsvoorwaarden, de rapporteringskanalen met contactgegevens, de mogelijke procedures, etc.

Conclusie

Het is bijgevolg duidelijk dat de EU maximaal wil inzetten op de bescherming van ‘diegenen die het juiste doen’ en wantoestanden melden zodra deze hen ter ore komen. Dit zowel in het licht van het algemeen maatschappelijk en financieel belang van de EU-burger, als de vrijheid van meningsuiting en persvrijheid. Of de voorgestelde richtlijn een echte ‘game changer’ wordt en de angst voor vergelding bij potentiële klokkenluiders zal wegnemen, blijft nog maar de vraag. 

* 2017 Special Eurobarometer on corruption: http://ec.europa.eu/commfrontoffice/publicopinion/index.cfm/ResultDoc/download/DocumentKy/81007
2017 public consultation on whistleblower protection: http://ec.europa.eu/newsroom/just/document.cfm?doc_id=47885

** Merk op dat het begrip klokkenluider erg ruim gedefinieerd wordt, zodat niet alleen werknemers, maar ook overheidspersoneel, zelfstandigen, aandeelhouders, managers… bescherming kunnen genieten. Ook voor derde personen die het klokkenluiden faciliteren, of een band hebben met de klokkenluider waardoor zij eveneens vergelding vrezen, geldt bescherming. Verder kan de rechtspersoon waarbij de klokkenluider werkt of waarvan hij eigenaar is, eveneens beschermd zijn.